Een niet-bew
De route “De tien van Tynaarlo: Meisje van Yde” is een ongereguleerde wandeltocht van 9,5 km. Je begint bij het moderne gemeentehuis van Tynaarlo in Vries. Vervolgens wandel je langs de dorpskerk, die dateert uit de 12e eeuw. Ook kom je langs de vindplaats van het Meisje van Yde, het meest bekende veenlijk van Nederland en een van de topstukken van het Drents Museum. Dit unieke vondst gebeurde in 1897 door veenwerkers. Houd er rekening mee dat de route niet overal verhard is.
Startpunt
Kornoeljeplein 1
9481 AW Vries
Beschrijving van de route
De wandeling begint bij het nieuwe gemeentehuis, ontworpen met een strak, wit uiterlijk dat een zwevend effect oproept. De Dorpskerk op de Brink, die uit de 12e eeuw stamt, herbergt een klokkenmuseum en verschillende sacrofagen. Via de weg naar Tynaarlo kom je in ‘Vriezerbrug’, het grootste bedrijventerrein van de gemeente Tynaarlo, dat is omringd door drie kunstwerken. Na het zien van de zilveren duif van Marthe Röling wordt de omgeving steeds mooier.
Langs het beekdal van de Runde ligt mogelijk de plek waar het ‘Meisje van Yde’ aan het veen is geofferd. Dit meisje, wiens gezicht recent is gereconstrueerd, heeft wereldwijd bekendheid verworven. De vindplaats is waarschijnlijk niet de oorspronkelijke plek waar zij aan het veen is toevertrouwd.
Je wandelt verder door een landschap met opvallende contrasten. Aan de rechterkant zie je het grootschalige ruilverkavelingsgebied, terwijl links het oorspronkelijke landschap zichtbaar is, dat nu in handen is van Stichting Het Drentse Landschap. Een deel van de route volgt de ‘paarse route’ door het natuurgebied ‘De Hondstongen’.
Het Meisje van Yde
Op woensdag 12 mei 1897 waren Willem Emmens en Hendrik Barkhof aan het werk in het veen tussen Vries en Yde. Terwijl ze een veenheuvel afgraven, ontdekten ze nabij Yde een zwart hoofd met rossig haar. Deze macabere vondst trok veel aandacht in de media, en op 21 mei waarschuwde de burgemeester van Vries het Provinciaal Museum in Assen.
In 1955 ondergingen de overblijfselen diverse dateringsonderzoeken. Uit het veen onder de voeten van het meisje bleek dat ze tussen 200 en 500 na Christus in het gebied had geleefd. Later beperkte een C14-dateringsonderzoek de periode tot tussen 54 voor Christus en 128 na Christus, aan het eind van de IJzertijd en het begin van de Romeinse tijd.
Bij het meisje van Yde werden ook twee stukken stof gevonden: een bandje om haar nek en een wollen mantel. Het is aannemelijk dat ze is gewurgd met het bandje dat om haar nek zat.
Waarschijnlijk is het meisje van Yde geofferd. Van de 65 veenlijken die in Nederland zijn ontdekt, waren de meeste mannen, en velen zijn door wurging omgekomen. De veengebieden waar deze lichamen zijn gevonden, hadden waarschijnlijk een spirituele betekenis. Naast het wurgbandje had ze ook een steekwond in haar nek. Bij haar lichaam werd een eikenstam aangetroffen, en de helft van haar hoofd was kaalgeschoren, wat kan wijzen op een ritueel. Een andere mogelijkheid is dat ze gestraft is voor een misdrijf of verstoten vanwege haar mankement.
Op 19 juni 1897 werd het meisje van Yde overgedragen aan het Drents Museum. Tegenwoordig is ze het bekendste veenlijk van Nederland en een van de topstukken van het museum.